Stookadvies

Stook bewust en geniet van uw haard

Stoken op hout is een uitstekende manier om uw huis te verwarmen. Het vlammenspel geeft bovendien een ongekende sfeer om heerlijk van te genieten. Maar hoe stookt u het best? Graag geven wij u wat tips om uw houtkachel optimaal tot haar recht te laten komen.

Houtsoorten

Om de meest optimale verbranding in uw houtkachel te creëren adviseren wij te stoken met de volgende houtsoorten:

• Essenhout
• Eikenhout
• Berkenhout
• Beukenhout

Stook uw houtkachel nooit met geverfd hout, geïmpregneerd hout, spaanplaat of andere bewerkte houtsoorten! Dit is niet alleen slecht voor het rookkanaal en uw houtkachel maar veroorzaakt ook stankoverlast in uw omgeving.

Droog hout

Naast de juiste houtsoort is het vochtgehalte in het hout ook erg belangrijk. Wij adviseren om te stoken met hout met een maximaal vochtpercentage van 15%. Wij kunnen u verwijzen naar verkooppunten van oven-gedroogd haardhout. Maar u kunt natuurlijk ook gebruik maken van hout dat u zelf gekliefd heeft. Dit hout zal minimaal 2 jaar moeten drogen onder de juiste omstandigheden, voordat dit het juiste vochtpercentage heeft. Te vochtig brandhout zorgt voor een onvolledige verbranding waardoor er schadelijke stoffen vrij komen.

Twijfelt u over het vochtpercentage in uw hout? Maak dan gebruik van een vochtmeter.

Hout opslaan

Voor optimaal stookplezier moet u uw hout droog opslaan. Let hierbij echter wel op de volgende punten:

• zorg dat het beschut is voor regen
• zorg dat het hout vrij van de grond ligt zodat vochtoptrek voorkomen wordt (laat bijvoorbeeld de pallet eronder zitten of plaats latjes)
• zorg dat de wind vrij toegang tot het hout heeft, zodat het verder kan drogen. Sla uw hout dus buiten op in een houtopslag of onder een afdak. In schuur of garage droogt uw hout niet en zal er snel schimmel ontstaan. Ovengedroogd hout heeft deze nadelen niet, doordat het hout al droog is, is de kans op schimmelvorming minimaal.

Uw kachel aansteken

Het aansteken van de houtkachel ziet er vaak gemakkelijk uit. Er zijn verschillende technieken om uw houtkachel aan te steken. Sommigen gebruiken oude kranten, wasbenzine of andere materialen. Vaak zijn dit milieuonvriendelijke manieren van stoken. U gebruikt vaak onnodig veel hout, waardoor het hout niet goed verbrandt met vieze rook als gevolg. Hiermee vervuilt u het milieu en veroorzaakt u stankoverlast in uw buurt.

De Zwitserse methode

Wij adviseren de ‘Zwitserse Methode’. In Zwitserland is er onderzoek gedaan naar de beste en milieuvriendelijkste manier om uw houtkachel aan te steken. Deze manier van stoken wordt dan ook de ‘Zwitserse methode’ genoemd, ook wel bekend als de ‘omgekeerde methode’. De Zwitserse manier van stoken kunt u het best vergelijken met een brandende kaars. Deze brandt ook van boven naar beneden.

Het is altijd van belang dat u – voordat u de kachel aansteekt – de luchttoevoer en de klep in het rookkanaal volledig open hebt staan.

1.Vul de bodem met hout– om te beginnen vult u de bodemvan de kachel met schoon en droog hout. Pak voor de bodem altijd wat grotere houtblokken.

2.De opbouw– bouw de toren verder op met kleinere stukken hout. Heeft u voldoende ruimte in uw kachel? Maakt dan een stapel hout zoals is aangegeven bij foto nummer 2. Ga hiermee door totdat de kachel is gevuld. Maak de bovenkant af met aanmaakhout (in de lengte en breedte) en zorg dat er voldoende ruimte is. Leg onder de laag aanmaakhout het aanmaakblokje.

3.Aanmaken– Gebruik voor het aansteken van het aanmaakblokje een lange aansteker of lange lucifers.

4.De kachel brandt– Bij de meeste kachels wordt aangeraden de eerste paar minuten de deur een klein beetje open te laten voor extra zuurstoftoevoer.

Laat tijdens het branden de luchttoevoer altijd open staan (bijvoorbeeld op de middenstand). Als de vlammen zijn verdwenen en het hout veranderd is in as, is het tijd de kachel weer bij te vullen. Zet voor het bijvullen de afvoer in de meest gunstigste stand. Open daarna voorzichtig de deur van uw houtkachel. Doe dit echt voorzichtig!

Onderhoud van uw houtkachel

Naast de juiste manier van stoken speelt het onderhouden van uw houtkachel ook een grote rol. Onderhoud zorgt ervoor dat uw haard in goede conditie blijft en dat u altijd een mooi zicht heeft op het sfeervolle vlammenspel.

Om te genieten van het mooie sfeervuur reinigt u uw ruitjes aan de binnenzijde. Voordat u hieraan begint plaatst u een oude krant onder de deur van de haard om ervoor te zorgen dat de vloer niet vies wordt. Gebruik nooit agressieve schoonmaakmiddelen voor het reinigen van de ruitjes! Vervolgens schept u de as uit de haard en ledigt u de aslade (indien aanwezig). Let hierbij vooral op dat er nog altijd na-gloeiende deeltjes in de haard aanwezig kunnen zijn. Gooit u daarom nooit meteen de as in de prullenbak!

Het is van belang dat de brandkamer van de haard altijd in goede staat verkeerd. Tijdens het verwijderen van de as kunt een visuele inspectie doen van de sluitkoorden, de binnenstenen, de stookbodem,het schudrooster en bijvoorbeeld de vlamplaat. Het is van essentieel belang dat deze onderdelen in goede staat verkeren. Deze onderdelen zorgen namelijk voor een optimale en veilige verbranding.

Zorg er altijd voor dat u, bij vervanging van een onderdeel, gebruik maakt van originele onderdelen. Dit zorgt voor een langere levensduur van de haard.

Tot slot is het belangrijk om een schoorsteen/kanaal jaarlijks te laten onderhouden. Zorg ervoor dat u een goede en erkende schoorsteenveger vraagt om deze werkzaamheden uit te voeren. Bij twijfel, check internet om te bekijken wat er over het desbetreffende bedrijf wordt geschreven. Vraag na het reinigen van uw kanaal ook altijd om een bewijs. Dit is belangrijk voor uw brandverzekering.

Ventileer de ruimte goed

Voor de verbranding van hout is zuurstof nodig. Daarom is het belangrijk om goed te ventileren. Via de schoorsteen wordt de rook naar buiten gezogen. Het is nodig om deze lucht aan te vullen met verse zuurstof rijke lucht. Anders ontstaat er onderdruk in de kamer, dit kan rookterugslag veroorzaken. Dit effect kan ook gebeuren wanneer er een afzuigkap of mechanische ventilatie ingeschakeld wordt.

Een rookkanaal met de juiste trek

De schoorsteen of ook wel rookkanaal voert de verbrandingsgassen af naar buiten. Van belang is dat u een afvoer van de juiste lengte en diameter heeft. Tevens is het materiaal waar uw (nieuwe) kanaal van wordt gemaakt essentieel voor de kwaliteit van het stoken. Laat u daarom altijd goed adviseren over de mogelijkheden in uw woning.

Energielabels haarden

Sinds januari 2018 moeten alle haarden en kachels voorzien zijn van een energielabel. Het label laat zien hoe energiezuinig uw toestel is.U kent de energielabels vast al, waarschijnlijk van de huizenmarkt. De kleurrijke labels geven aan hoe energiezuinig een woning of apparaat is. De letters lopen van G naar A. Hoe groener het label, des te groener het apparaat.

Alle kachels krijgen een energielabel

De Nederlandse overheid heeft besloten om deze energielabels ook in te voeren bij gashaarden en houtkachels. Zonder zo'n label mag een haard of kachel in Nederland niet verkocht worden. De fabrikanten moeten zelf deze energielabels berekenen. Om te voorkomen dat fabrikanten te rooskleurige labels aan een product toevoegen voert de overheid strenge controles uit op de berekende energielabels.

Hoe werkt het energielabel?

Een energielabel zegt iets over het gebruik van de energie door het apparaat waar het label op zit. Het gaat erom hoe efficiënt een apparaat met energie omgaat. In het algemeen mag gesteld worden dat bij vergelijkbare apparaten en bij vergelijkbaar gebruik, het apparaat met het beste energielabel het zuinigste is.

Energie wordt omgezet in warmte

Haarden gebruiken energie om warmte te maken. Het is daarom zinvol om naar het energielabel te kijken bij de aanschaf van een haard. Hoe efficiënter de haard, hoe minder energie deze verbruikt. Dat is uiteindelijk beter voor het milieu, maar ook voor uw portemonnee. Wilt u meer weten over de energielabels en zelf zien welke energielabels worden toegepast voor de haarden en kachels? Breng dan een bezoek aan onze showroom in Bunnik.